rookgaskanalen

  • Regelmatig wordt met onze VvE contact opgenomen over de vervanging van onze rookgaskanalen, dus in dit artikel zetten we alles maar eens op een rijtje.

    Gezien het langlopende karakter heeft het bestuur in 2007 de leden voorgeschreven om op de gemeenschappelijke rookgaskanalen alleen nieuwe VR ketels aan te sluiten. Ook heeft het bestuur CO2 melders aangeschaft en aan de leden ter beschikking gesteld.

    De uiteindelijke oplossing bleek in 2011 te liggen in het toepassen van een nieuwe, kleinere (buis-in-buis) rookgasafvoer in de rookgasafvoer van de bestaande CLV in combinatie met nieuwe HR ketels met rookgasafvoer op overdruk. Op die manier zijn 27 van de 32 appartementen en drie van de vijf bedrijfsruimtes aangesloten op de zeven verschillende rookgaskanalen. Één appartement had een ketel die niet geschikt gemaakt kon worden voor het nieuwe rookgaskanaal, maar daarvoor kon een eigen voorziening voor worden aangelegd. De andere appartementen/bedrijfsruimten hadden al eigen voorzieningen. Zie voor meer details de overige artikelen.

    Ondanks dat de ALV besloot tot de vernieuwing van de rookgaskanalen was er toch één bewoner die niet mee wilde werken. Die hebben we moeten herinneren aan de besluitvormingsprocessen van een VvE, dat de aanleg met of zonder zijn medewerking door zou gaan waardoor hij effectief geen gebruik meer zou kunnen maken van zijn ketel en de VvE hem verantwoordelijk zou houden voor alle vervolgschade waarna hij uiteindelijk toch overstag ging.

    Voor de financiering is het bestuur uitgegaan van de volgende criteria:

    • De kosten voor heraanleg van de rookgasafvoeren zijn volledig voor de VvE.
    • De kosten voor een nieuwe ketel zijn deels voor de VvE en deels voor de respectievelijke eigenaar, waarbij een economische levensduur wordt aangehouden van 10 jaar.
      Dat betekent dat een ketel die op het moment van vervanging 3 jaar is, nog 7 jaar voor de boeg had en voor 70% gecompenseerd wordt door de VvE. De rest is voor kosten van de eigenaar zelf.
      Er wordt bij deze bedragen uiteraard uitgegaan van de waarde van de nieuwe ketel.
    • Voor HR ketels die zijn aangesloten nadat het bestuur had voorgeschreven dat enkel VR ketels waren toegestaan geldt de compensatie slechts voor de helft.
    • De kosten worden gefinancierd uit de bestaande reserves, die door middel van extra dotaties (hogere servicekosten) gedurende 6 jaar weer worden aangevuld.

    De meeste HR ketels die al op de gemeenschappelijke rookgaskanalen waren aangesloten konden (op kosten van de respectievelijke eigenaar) worden omgebouwd worden en hoefden dus niet vervangen te worden. Hierdoor hoefde er niet gekort te worden op de compensatieregelingen voor HR ketels die tégen de voorschriften van het bestuur uit 2007 tóch op de gemeenschappelijke rookgaskanalen waren aangesloten.

    Ondanks dat de mannen van Gasservice Noord Holland en Koster Schoorsteentechniek uitstekend werk hebben verricht was het goed om Energie Klimaat Advies als onafhankelijke adviseur te betrekken, waar bij zij vooral waarde toevoegden in het offertetraject tijdens de technische controle van de opleveringen. Daardoor kwam een aantal zaken omhoog die we anders niet gevonden zouden hebben, dus dat was een goede investering.

  • Vandaag, 12 september 2011, zijn de mannen van Gasservice Noord Holland en Koster Schoorsteentechniek begonnen aan de vierde van de zeven CLVs.

    Tot nu toe zijn strangen 4, 5 en 7 aangepast en zijn er 12 nieuwe ketels geïnstalleerd en kon er 1 gehandhaafd blijven. Met name strang 7 was spannend (vandaar dat die pas na twee andere strangen werd uitgevoerd), vooral omdat het de vraag was of het mogelijk was om gebruik te maken van de bestaande uitsparing in de 25cm dikke (dragende) muur. Zo niet, dan moest òf het gat groter gemaakt worden, òf vanuit het buurappartement worden gewerkt, waar dan een uitsparing gemaakt zou moeten worden in de muur van de gang, terwijl tot dan toe alles vanuit de CV-kasten kon worden aangelegd. Gelukkig bleek het gat telkens groot genoeg voor de mannen van Koster Schoorsteentechniek BV.

    De eerste drie CLVs zijn intussen opgeleverd en gecontroleerd door Eric van Energie Klimaat Advies. Eric heeft een aantal zaken gevonden (met name met betrekking tot de installatie van brandmanchetten en condensafvoeren) die Gasservice-NH BV nog zal verhelpen.

    De luchtverwarming van NN97 (het penthouse) bleek geen Gastec keur te hebben voor aansluiting op een CLV en ook op HR varianten van die luchtverwarming hebben geen Gastec keur voor een gecombineerde RGA. Dat betekent dat een aparte RGA voor dat appartement zal worden aangelegd en daarmee is dat appartement dan ook weer in lijn met de overige bovenappartementen.

    De eigenaar van NN85 heeft inmiddels toestemming gegeven voor het betreden van zijn appartement, zodat nu ook strang 6 heraangelegd kan worden. In afwachting van de toestemming was strang 6 al als laatste ingepland, zodat het er nu toch naar uitziet dat alles ruim voor 1 oktober 2011 afgerond kan worden.

  • Gisteren, 31 augustus 2011, zijn de firma's Gasservice Noord Holland BV en Koster Schoorsteentechniek BV begonnen met het vervangen van de rookgaskanalen en de individuele CV-installaties in strang 4. Tot nu toe gaat het allemaal voorspoedig. De nieuwe pijp zit er in en men is bezig met het terugzetten van de oude ketels en het installeren van de nieuwe Nefit ketels. Alle bewoners hadden de eerste dag (al dan niet helemaal) vrij genomen en waren aanwezig en wakker om 07:00 uur ’s morgens.

    Enkele opmerkingen:

    • Het bestuur heeft opdracht gegeven om ook de oude waterkranen die nog in de CV-kast zitten weg te halen. Sinds de individuele watermeters zijn aangelegd, zit er in de meeste gevallen ook een (betere) hoofdkraan in de meterkast. De oude hoofdkraan heeft men in die gevallen laten zitten. Zo'n nieuwe (kogel)kraan is beter dan een oude (spindel)kraan, die kan gaan lekken als eraan gedraaid wordt wat in ons gebouw al tot diverse waterschades heeft geleid. Dit leek dus een goed moment om die maar meteen weg te laten halen.
    • De ketel van NN59 zou omgebouwd worden, maar achteraf blijkt dat op de ombouw van die ketel geen Gastec keur is afgegeven. Ook deze bewoner heeft dus een nieuwe ketel nodig.
    • NN97 (het penthouse) blijkt toch ook op het een van de gecombineerde rookgaskanalen aangesloten te zijn. Iedereen heeft steeds gedacht dat deze woning (net als alle andere bovenste appartementen) een eigen RGA op het dak had. Er was immers een aparte RGA zichtbaar op het dak. Omdat er toch nog wat onzekerheid over was omdat tijdens de gaswerkzaamheden van Liander duidelijk werd dat de verwarming zich in dat appartement op de benedenverdieping bevindt, is er door Koster Schoorsteentechniek BV naar gekeken en bleek de verwarming op de gecombineerde RGA te zijn aangesloten en de aparte RGA van een geiser op de bovenverdieping te zijn. Er wordt nu uitgezocht wat de beste optie is voor dit appartement, omdat er een andere verwarmingsinstallatie is aangebracht dan in alle andere appartementen.
    • NN85 heeft nog steeds geen goedkeuring gegeven voor het betreden van zijn appartement. De zaak is in handen gegeven van de rechtsbijstandverzekering.
  • Na de bouwvak heeft Gasservice NH contact opgenomen met het bestuur voor de planning.

    Een eerste planning gaat uit van een start van de werkzaamheden op 31 augustus. Vanaf die datum worden elke week twee CLVs aangepakt. Het aanpassen van een CLV duurt naar schatting twee dagen:

    • Dag 1:
      • demonteren ketels
      • aanbrengen nieuwe RGA in bestaande CLV (inclusief openbreken en brandwerend afsluiten van de serviceschacht)
    • Dag 2:
      • eventueel: aanpassen bestaande ketels
      • monteren nieuwe of aangepaste ketels

    Het bestuur organiseert in de week vóór de werkzaamheden een bewonersbijeenkomst.

  • Intussen heeft het bestuur besloten om de werkzaamheden uit te laten voeren door Gasservice Noord Holland en de controles door Energie Klimaat Advies.  Gasservice NH verzorgt de demontage en montage van de CV ketels en de projectcoördinatie en maakt in ons geval gebruik van de diensten van Koster Schoorsteentechniek voor het vervangen van de RGAs en de bijbehorende afbraak en opbouwdiensten.

    Tijdens de eerste werkvergadering met Gasservice NH vroeg de vertegenwoordiger van Koster Techniek waarom gekozen was voor individuele flexibele RVS RGAs in plaats voor de buis-in-buis methode. Beide methodes werken met overdruk, maar de buis-in-buis methode zorgt voor minder tegendruk, in het bijzonder als niet alle aangesloten CV ketels tegelijkertijd branden. Bovendien is het installeren van de buis-in-buis methode eenvoudiger (dus goedkoper) en gaat de installatie langer mee, naar verwachting 30 jaar (tegen 15 jaar voor de flexibele RVS RGAs), omdat de flexibele RVS RGAs een veel langere (spiraalvormige) las hebben met een veel uitgesprokener profiel (waar eenvoudiger condens op blijft staan).

    Dit zorgde voor verwarring, omdat deze oplossing een aantal jaar geleden ook al was geopperd door Nefit en die is vervolgens door diezelfde Nefit weer van tafel gehaald omdat de verbindingen van de individuele buissegmenten en van de aftakkingen niet de vereiste afdichting op zouden leveren. De vertegenwoordiger van Koster Schoorsteentechniek herkende dat niet; blijkbaar zijn die problemen intussen opgelost. De oplossing is in ieder geval gecertificeerd, net als de RVS RGAs.

    Het bestuur heeft hierop Gasservice NH gevraagd om een offerte voor de buis-in-buis methode naast die van de RVS RGAs te leggen.  Die offerte viel dik 10% lager uit, dus de keuze was snel gemaakt: goedkoper en duurzamer. Het enige nadeel is dat gebruik gemaakt wordt van een collectief kanaal, maar dat is met de bestaande oplossing ook het geval.

    Na de bouwvak wordt de planning uitgewerkt en een bewonersbijeenkomst gehouden alvorens de werkzaamheden beginnen. Om in aanmerking te komen voor de subsidie op verbouwen en renoveren moeten de werkzaamheden vóór 1 oktober uitgevoerd zijn. Dat is in lijn met de belofte van het bestuur om de werkzaamheden vóór het komende stookseizoen uit te laten voeren.

  • Het bestuur is aanwezig geweest bij een van de voorlichtingsbijeenkomsten van VvE Belang.

    Één van de onderwerpen was wat er allemaal komt kijken bij het vervangen van een verwarmingsketel.

    Aangezien het bestuur intussen heel wat expertise heeft opgebouwd was er niet veel nieuws onder de zon.

    Wat wèl interessant was, is dat Nefit tegenwoordig blijkbaar ook ketels produceert die geschikt zijn voor overdruk rookgasafvoer via 50mm flexibele buizen. Het is onduidelijk in hoeverre dit verschilt van de oplossing is waar Nefit eerder in dit aanslepende dossier nog over aangaf dat het niet voldeed.

    Ze zullen binnenkort met het bestuur contact opnemen over de rol die ze wellicht alsnog kunnen spelen bij het aanpassen van de Combinatie Luchttoevoer Verbrandingsgasafvoerpijpen (CLVs) van gebouw Koning Karel XII.

  • De laatste inzichten over de Combinatie Luchttoevoer Verbrandingsgasafvoerpijpen (CLVs) van gebouw Koning Karel XII zijn dat ze niet geschikt voor HR ketels en wel om de volgende redenen:

    1. De verbindingen van de CLV segmenten zijn niet voldoende zuurbestendig en kunnen dus op den duur gaan lekken waardoor ketels in storing kunnen vallen en zelfs CO vergiftiging op kan treden.
    2. De centreervleugels van de rookgaskanalen zijn met popnagels aan de rookgaskanalen vastgeklonken en kunnen dus ook gaan lekken.
    3. De condensafvoeren van de huidige CLVs zijn niet toegankelijk. Door de grote hoeveelheden en de hoge zuurgraad van het condens van HR ketels lossen metalen op, waardoor de syfon jaarlijks moet worden schoongemaakt om verstoppingen (en cumulerend condens) te voorkomen.

    Dezelfde problemen treden ook op met nieuwe VR ketels (zij het in mindere mate), omdat ook bij dat type ketel de rookgastemperatuur relatief laag is.

    Op 19 november is tijdens een bezoek van René van der Wijst van Gasservice Noord Holland en Jef van Gestel van Remeha gesproken over diverse mogelijkheden om de rookgaskanalenproblematiek aan te pakken.

    De volgende opties liggen voor:

    1. De huidige CLVs vervangen door nieuwe met HR-geschikte rookgaskanalen.
      Dit betekent hak- en breekwerk in alle appartementen (ook die niet op CLVs zijn aangesloten) en in de bedrijfsruimten die op CLVs zijn aangesloten. Dat levert dus veel werk, veel coördinatie, veel kosten en veel overlast op.
    2. Het rookgaskanaal van de huidige CLVs vervangen door een apart kunststof rookgasafvoerkanaal.
      Indien de rookgaskanalen via de centreervleugels zijn vastgeklemd in de luchttoevoerkanalen, dan is het misschien mogelijk om de oude rookgaskanalen uit de huidige CLVs te trekken. In dat geval zijn alleen aanpassingen nodig in de appartementen en bedrijfsruimten die daadwerkelijk zijn aangesloten op de CLVs.
      Zo niet, dan is de ingreep waarschijnlijk net zo uitgebreid als bij optie 1, mogelijk zelfs uitgebreider vanwege brandvoorschriften.
    3. Het rookgaskanaal van de huidige CLVs coaten met een kunststof. De firma Microliner kan zoiets verzorgen; deze oplossing is HR gecertificeerd. Er wordt dan een sok van kunsthars neergelaten in een rookgaskanaal die met stoom wordt opgeblazen en zich zo vasthecht aan de binnenwand van het rookgaskanaal.
      Bij deze optie zijn alleen aanpassingen nodig in de appartementen en bedrijfsruimten die daadwerkelijk zijn aangesloten op de CLVs.
    4. Slangen in het oude rookgaskanaal laten zakken voor individuele aansluiting van nieuwe ketels.
      Bij deze optie wordt gebruik gemaakt van HR ketels met individuele overdruk rookgasafvoerslangen van 50mm. Per saldo blijft in het oude rookgaskanaal dus minder ruimte over voor de oude ketels, maar er wordt ook door minder ketels gebruik gemaakt van het oude rookgaskanaal.

    Opties 3 en 4 werden voor het eerst technisch voorgesteld en doorgenomen met het bestuur.  Vooral optie 4 lijkt erg interessant, zowel kostentechnisch, als qua overlast.

    Bij opties 1 t/m 3 is sprake van gecombineerde rookgaskanalen en moeten alle ketels van hetzelfde type zijn: HR of VR. Zo niet, dan kunnen bij de VR ketels storingen optreden. Het is in dat geval dus niet mogelijk om zonder risico's geleidelijk over te stappen op HR ketels. Bij overgang op HR ketels moet bovendien de condensafvoer worden aangepakt.

    Bij optie 4 moeten alle HR ketels gebruik kunnen maken van overdruk rookgasafvoer. Remeha heeft dergelijke ketels en is bekend met leveranciers van slangen en aansluitsystemen die hier geschikt voor zijn.

    Met Eric Kubbe is afgesproken dat een overzicht wordt gemaakt van alle vier de opties zodat de leden tijdens een extra ALV hierover een besluit kunnen nemen.

    Naar verwachting kan de extra ALV plaatsvinden in januari.

  • Eric Kubbe van Energie Klimaat Advies (EKA) heeft de vragen van het bestuur beantwoord in een nieuwe versie van het rapport. Ook hierin wordt gesproken over een nieuwe variant met individuele rookgaskanalen van 50mm doorsnee.

    Omdat hierin nog steeds technische tekeningen ontbreken, heeft het bestuur zelf een overzicht van de serviceschachten gemaakt. Daarbij viel op dat de tekeningen van de serviceschachten in het penthouse niet overeenkomen met die van de andere verdiepingen, dus dat moet nog worden uitgezocht. Hetzelfde geldt voor (de mogelijkheid tot) gebruik van de Combinatie Luchttoevoer Verbrandingsgasafvoerpijpen (CLVs) voor de ketel(s) van bedrijfsruimte 1 en/of de horecaruimte. Mogelijk kan zelfs de ventilatie van de horecaruimte in het plan worden opgenomen en kunnen daardoor veel lelijke pijpen aan de achterkant van het gebouw verdwijnen.

  • In afwachting van antwoord op de vragen van het bestuur aan Energie Klimaat Advies (EKA) is het bestuur zelf aan de slag gegaan, ook omdat er nog wat twijfel was of de ingrepen aan de Combinatie Luchttoevoer Verbrandingsgasafvoerpijpen (CLVs) wel zo uitgebreid moesten zijn.

    Het bestuur heeft de zaak ook voorgelegd aan Vereniging Eigen Huis. Dat heeft niet veel nieuws opgeleverd. Ze kenden EKA in ieder geval niet, maar hadden het erover dat er intussen zelfs al overdruksystemen bestonden met - individuele - afvoerpijpjes van maar 50mm doorsnee (normaal is dat 80mm), met een maximale opvoer van 30m. Ook hadden ze het erover dat bij gecombineerd gebruik van de CLV de VvE in het HH reglement de veiligheidseis zou moeten stellen dat alle ketels moeten zijn voorzien van terugslagkleppen. Ze raadden ook aan om contact op te nemen met CLV leveranciers.

    Het bestuur was al in contact met Cox Geelen, leverancier van rookgasafvoersystemen, dus dat kwam goed uit. Een medewerker van dat bedrijf had in eerste instantie twijfels of überhaupt wel aanpassingen nodig waren. We hebben hem foto's gestuurd van de dakuitlaten om aan de hand daarvan na te gaan of zij de leverancier waren. In dat geval zou het eenvoudiger zijn om het systeem weer bij de tijd te brengen. Uit de foto's werd echter duidelijk dat dit niet het geval was. Er werd gesuggereerd dat aan de onderkant van de CLV kanalen en/of aan de dakuitlaten labels zouden moeten zitten met informatie over de leverancier. Ook werd gesteld dat de sifons van CLV kanalen minimaal één keer per jaar gereinigd moeten worden om verstoppingen te voorkomen. In geval van gebouw Koning Karel XII is nog steeds niet duidelijk hoe de onderkant van de CLV kanalen bereikbaar zou moeten zijn, laat staan dat daar onderhoud aan is gepleegd. De dakuitlaten hebben in ieder geval geen labels.

    Via VvE Belang is het bestuur op het spoor gekomen van een renovatieproject in Zaandam, uitgevoerd door Gasservice Noord Holland. Ze hebben duidelijk ervaring met dit soort trajecten. We hebben hen het Nefit inspectierapport en de volgende (conflicterende) eisen voorgelegd:

    • lage kosten
    • toekomstvast
    • zoveel mogelijk hergebruik van al aangeschafte nieuwe HR en VR ketels
    • geen of weinig constructieaanpassingen
    • weinig overlast voor de bewoners

    Mogelijk dat het grootste deel van de aanpassingen via de trappenhuizen kan worden voldaan. Het bestuur zal contact met hen opnemen voor een offerte.

  • Eric Kubbe van Energie Klimaat Advies (EKA) heeft een rapport en een kostenraming opgeleverd.

    Dat leverde bij het bestuur nog een aantal vragen op, met name op het gebied van de keuzes die mogelijk zijn, de werkzaamheden die daarvoor nodig zijn en de kosten die hieraan zijn verbonden.

    Volgens het bestuur is het rapport onvoldoende basis voor een kostenraming. Het ontbreekt aan foto's en tekeningen (met afmetingen) waardoor een aannemer hooguit een grove indicatie kan geven en het dus erg onzeker wordt waar de VvE akkoord op zou geven.

    Verder gaf Eric aan dat ook nieuwe VR ketels voor problemen kunnen zorgen, maar het werd niet duidelijk wat die problemen waren. Het  bestuur wil daarom van Eric weten in hoeverre ook Combinatie Luchttoevoer Verbrandingsgasafvoerpijpen (CLVs) moeten worden aangepakt waar (tot nu toe) alleen VR ketels op zijn aangesloten en wat de risico's zijn van het huidige standpunt van het bestuur om alleen het aansluiten van VR ketels goed te keuren.

    Vanwege het slepende karakter en de onzekerheden van dit dossier ontstaan gevoelens van onveiligheid, mede gevoed door stank (rioollucht) die in sommige appartementen uit de leidingschacht komt. Het bestuur wil daarom een inspectieronde laten doen om de leidingschacht luchtdicht te laten maken en koolmonoxidemeters plaatsen in de buurt van CV ketels die nog niet op een gereviseerde CLV zijn aangesloten en heeft Eric ook hierover om advies gevraagd.

  • Eric Kubbe van Energie Klimaat Advies (EKA) heeft de tekeningen gekregen van gebouw Koning Karel XII (met daarop de afmetingen van de zes serviceschachten), de vanaf het dak gemeten afmetingen van de zeven Combinatie Luchttoevoer Verbrandingsgasafvoer (CLV) buizen en die van de ringen in het betonnen dak die om de CLV buizen heen zitten.

    Hij is op 30 juni nog een keer langs geweest om een van de serviceschachten van binnen te kunnen bekijken.

    Eric ziet twee mogelijkheden om de oude CLV buizen te vervangen:

    1. De CLV buizen vervangen door nieuwe exemplaren van soortgelijke afmetingen.
      Hierbij moet
      1. de serviceschacht op elke verdieping opengebroken worden (ook op de twee verdiepingen van de bovenste - duplex - appartementen die niet op de CLV buizen aangesloten zijn)
      2. elk appartement van eenzelfde type CV ketel worden voorzien (waardoor nieuwe HR ketels of - waarschijnlijker - nieuwe VR ketels vervangen moeten worden, mogelijk ook in appartementen die recentelijk zijn voorzien van een - door het bestuur voorgeschreven - VR ketel)
    2. De CLV buizen vervangen door individuele rookgasafvoer- en individuele of collectieve luchtaanvoerbuizen.
      Hierbij lijkt het mogelijk te worden om
      1. de serviceschacht alleen open te breken op verdiepingen waar CV aansluitingen op de huidige CLV buizen aanwezig zijn (wat sowieso moet om de nieuwe aansluitingen te realiseren)
      2. verschillende types CV ketel toe te passen per serviceschacht (waardoor appartementseigenaren zelf kunnen kiezen wanneer ze overstappen op een nieuwe ketel)

    De tweede optie lijkt dus veel voordelen te hebben.

    Eric is daarom aan het berekenen of de huidige diameters van de ringen in de betonnen vloeren en het dak voldoen of dat er extra geboord moet worden.  In dat laatste geval ontkomen ook de duplex appartementen (alsnog) niet aan hak- en breekwerk.  Ook komt uit deze berekeningen het kostenplaatje per serviceschacht (als functie van het aantal verdiepingen en het aantal aansluitingen).

    Wordt vervolgd.

  • Na een gesprek met de heer Eric Kubbe van Energie Klimaat Advies (EKA) is afgesproken dat EKA het bestuur ondersteunt bij het verdere onderzoek en de uitvoering van de rookgaskanalenproblematiek. Eric is nu aan het uitzoeken wat de mogelijkheden van plaatsing van nieuwe rookgaskanalen zijn.

  • Inmiddels is een tweede onderzoek geweest, dit maal door Nefit. Men kwam met een uitgebreid rapport, waar nog veel vragen niet in werden beantwoord. We hadden gehoopt dat Nefit een buis-in-buis oplossing kon gebruiken in de oude rookgasafvoer om zoveel mogelijk openbreken te beperken. Men had gesuggereerd dat dit een mogelijkheid zou kunnen zijn (zie eerdere artikels hierover onderstaand). Inmiddels blijkt dit niet te kunnen en is de enige oplossing om de oude afvoerbuizen te vervangen.
    Er blijken meer VvE’s te zijn met deze problemen. In de meeste gevallen wordt besloten om niet te beginnen aan vervanging van de Combinatie Luchttoevoer Verbrandingsgasafvoerpijpen (CLVs), in verband met de hoge investering, de lange terugverdientijd en de belasting van het milieu door vroegtijdige afschrijving van CV ketels en bouwmaterialen. Redenen om toch hiertoe over te gaan zijn de uitfasering van VR ketels en de lagere CO2 belasting van het milieu.
    Via Segon heeft het bestuur nu advies ingewonnen bij Energie Klimaat Advies (EKA). Hun voorlopige conclusie is dat zowel HR als VR ketels van na 2000 op deze nieuwe afvoerbuizen aangesloten zouden kunnen worden. Maar op grond van het Nefit rapport wil men nog het volgende weten:

    • Onderzocht dient te worden of de aanwezige ketels op een apart rookgaskanaal aangesloten kunnen worden, ervan uitgaande dat dit rookgaskanaal geschikt is voor een toekomstige aansluiting van een HR-ketel.
    • Bepaald dient te worden welke minimale rookgas diameter er benodigd is voor de aanwezige ketels, waarbij deze diameter eveneens geschikt dient te zijn voor de HR ketel.
    • Onderzocht dient te worden hoeveel ketels er op een schacht zijn aangesloten.
    • De schacht indeling dient te worden uitgewerkt en de benodigde afmetingen dienen bepaald te worden in de nieuwe situatie.
    • De indeling van de dakkappen dienen onderzocht te worden, waarbij hergebruik het uitgangspunt is.

    We zijn nu in onderhandeling met Eric Kubbe van EKA om het bestuur bij de verdere uitvoering van dit project te ondersteunen.

  • In een artikel van van VvE belang en op de site van Nefit vond het bestuur informatie over het zonder al te veel breekwerk geschikt maken van de Combinatie Luchttoevoer Verbrandingsgasafvoerpijpen (CLVs) van gebouw Koning Karel XII voor HR ketels.

    Concreet komt het erop neer dat ze met "overdruk CLV" werken, waardoor kleinere buisdiameters mogelijk zijn voor rookgasafvoer. Dat betekent dat de nieuwe rookavoerbuizen in de oude passen en dat het breken beperkt blijft tot de kasten waar de verwarmingsketel hangt van appartementen die de CV ketel hebben aangesloten op de collectieve CLV pijpen (de bovenste appartementen hebben allemaal een eigen CLV). Voorwaarde is wel dat de ketels geschikt zijn voor "overdruk CLV", omdat anders mogelijk verbrandingsgassen van een andere ketel bij de ongeschikte ketel naar binnen worden geblazen.

    Het bestuur was erg geïnteresseerd in de mogelijkheid om minder te hoeven hakken en breken. Nefit bood aan om een rookgaskanalen onderzoek te doen wat meer uitsluitsel zou moeten geven als het onderzoek wat in het verleden door Bonarius is uitgevoerd. Dit onderzoek boden ze aan voor €500, wat in mindering gebracht wordt op de factuur indien de VvE over zou gaan tot de aanschaf van de Nefit oplossing.

    Op 24 november 2009 is dit onderzoek uitgevoerd en op 16 december 2009 heeft Nefit het inspectierapport opgeleverd.

    In tegenstelling tot wat Nefit eerder beweerde geven ze na doorvragen aan dat bij de buis-in-buis oplossing problemen optreden:

    Een nieuw CLV kanaal door het bestaande kanaal laten zakken wordt niet meer gedaan bij CLV systemen. De reden dat het niet meer wordt gedaan is omdat de verbindingen niet robuust genoeg zijn.

    Ze adviseren alsnog om de hele CLV te vervangen of om een aparte rookgasafvoer aan te leggen naast de huidige CLV. Daarvoor moet de serviceschacht in alle appartementen worden opengebroken (dus ook die van de bovenste appartementen). Per saldo komt Nefit dus tot dezelfde conclusie als Bonarius bij het eerste rookgaskanalenonderzoek. Het bestuur geeft dan ook nog steeds dezelfde aanbeveling met betrekking tot het aansluiten van HR ketels.

  • In verband met de onzekerheid over de geschiktheid van de CVLs van gebouk Koning Karel XII voor HR ketels heeft het bestuur een enquête uitgevoerd naar de CV ketels die in gebruik zijn in het pand.

    Tot nu toe zijn er vier HR ketels aangesloten op de CLVs en speelt het probleem alleen in trappenhuizen 2 en 3.

  • Omdat de Intergas VR ketels uit 1991 van meer en meer appartementen aan vervanging toe zijn komen er steeds vaker vragen over het installeren van HR ketels. Sommige eigenaren hèbben zelfs al HR ketels geïnstalleerd. Het is zeer de vraag of de Combinatie Luchttoevoer Verbrandingsgasafvoerpijpen (CLVs) van gebouw Koning Karel XII daar geschikt voor zijn.

    Het bestuur heeft onze beheerder VvE Beheer De Key Het Oosten (DKHO) gevraagd om hier een onderzoek naar in te stellen.

    Op 10 december 2007 heeft de firma Bonarius in opdracht van DKHO een rookgaskanalenonderzoek uitgevoerd.

    Bij dit onderzoek heeft Bonarius het volgende vastgesteld:

    • De kanalen zijn voorzien van een condensafvoer, maar ze hebben niet vast kunnen stellen of deze correct op het riool zijn aangesloten.
    • In één van de kanalen is bij een afstandhouder van de binnenpijp een scheur ontstaan.
    • Op de vraag of de RVS kanalen van het type 316.l zijn - in verband een hogere zuurbestendigheid - kunnen ze geen duidelijk antwoord geven.
    • Gezien de leeftijd van het kanaal vermoeden ze dat het om een normaal soort RVS gaat.

    Het is niet mogelijk om te bepalen hoe lang de huidige CLVs veilig zijn indien er HR ketels op worden aangesloten. Volgens Bonarius zien ze vaak dat na ongeveer 5 jaar de aantasting zichtbaar wordt. Dit betekent dus dat HR ketels alleen veilig kunnen worden aangesloten indien de CLVs vervangen worden door zuurbestendige exemplaren. Zie ook de vraag over het aansluiten van HR ketels.

    Een eerste schatting van de kosten voor het vervangen van de CLVs is €5000-6000 per rookgaskanaal.

    Sinds het vaststellen van de begroting van 2008 wordt €5000 per jaar gereserveerd voor (onderzoek naar) deze aanpassingen.